FRED VAN DER WAL: TAKKENBOSSENKUNST VAN EEN TAKKENKUNSTENARES

DEEL 26 ARTISTIEKE HERINNERINGEN VAN DE EMINENCE GRISE VAN HET REALISME; MIJN WEKEN IN DE ARTI GALERIE TE AMSTERDAM

(Namen en adressen zijn fictief. Elke verwijzing naar bestaande personen of situuwaatsies is ge heel en al toevallig en speelt zich slechts af in het getroubleerde brein auteur dezes)

Vrijdag 1 nov. 1985

Brieven geschreven. In Bergum diafilms opgehaald. We rijden naar Amsterdam met de auto vol schil derijen naar Arti en komen om half vijf bij de Artigalerie aan. Ik haal de sleutels van de galerie op bij Toetie en we hangen binnen anderhalf uur de hele tentoonstelling op. Daarna eten op de sociëteit Arti et Amicitiae, twee steaks, fles rode wijn en twee dame blanches voor toe.
Ik reken af en lopen door de Leidsestraat naar collega Grad van Beest, die in de artistieke sien de bijnaam Gerrit de Stotteraar had, slaan op het Leidseplein rechts af, bellen bij de verkeerde deur aan, namelijk die van zijn atelier. Hij is niet thuis. We lopen door naar zeefdrukker Henk en Magda Pietersen in hun nieuwe pand in de Kerkstraat, waar zowel het kantoor van Magda als de gigan tische zeefdrukkerij Serigraphi Novo van Henk Pietersen gevestigd is.
Hij drukt niet langer voor realistische kunstenaars, beweert hij, maar alleen nog maar voor abstrak ten, daar valt meer poen uit te slaan, want die maken op één dag wel tien meesterwerken met de Klatsj Klatsj kwast. 
"Instant kunst is het laatste puikje van de zalm. De nieuwe mode! Jullie realisten hebben voor goed af gedaan! Jullie doen een maand over een kutschilderijtje!" beweert Henk.
Ik neem de denigrerende opmerking ten aanzien van mijn werk voor kennisgeving aan. Henk is ver geten dat ik begin jaren zeventig zijn beste klant was. Zijn geborneerde echtgenote Magdag is een vierkant geblokt viswijf dat van adel is maar ronduit ordinair en gluiperig. Haar zuster is een echte slet. Ik maakte mee hoe ze op een wild feest door Boebie werd opgegeild en met haar dronken kop steeds maar kreunde: "Ik ben zo geil! Ik ben zo geil!" tot grote woede van Magdag, want die had
de pest aan Boebie en wie de woede van Magdag had opgewekt zou niet haar zuster blijmoedig neuken.
Boebie was me er eentje. Hij had jaren lang een reisburo en ging er van door met een paar ton die hij van Heineken had ontvangen om een personeelsreis te organiseren. Boebie verdween met stil le trom  naar Zweden en kwam jaren later terug met trommels en trompetten weer naar Amster dam, waar hij enige opgang maakte als auteur met reis- en trek verhalen in de stijl van Jan Cremer, een nu al lang vergeten hoog bejaarde auteur, die zich na zijn toevalstreffer "Ik Jan Cremer" einde loos herhaalde.
Henk schenkt cognac en veel bier, gul als altijd. Het gesprek komt weer op Toetie, die als secretares se bij Arti werkt en vertelt dat Henk overal kindertjes heeft gefokt bij willige kroegtijgerinnen.
Toetie met de toote tieten kent Henk nog van vroeger.  Dat was me er eentje! Tieten als een stoof peer, een kutje als een overrijpe perzik, geil in de broek als wagensmeer!
Ik beloof haar de volgende dag de groeten van Henk over te brengen. We zetten de auto in de par keer garage en lopen naar de tweede Nassaustraat om te overnachten in het kleine kamertje dat ik daar nog altijd naast mijn voormalige atelier heb.

Zaterdag 2 nov. 1985

Ik haal brood aan de overkant van de tweede Nassaustraat en een paar kranten. We komen de altoos zure, verbitterde en verongelijkte tekenleraar, annex vrijetijdsschilder Hans Duivelmans te gen op de stoffige trap van het ateliergebouw en gaan even mee naar zijn atelier. Een kopje stof fige oploskoffie drinken. Stof zijt Gij, tot stof zult Gij wederkeren.
Ik kom in de lange gang naar mijn atelier de bangelijke Christobald van Achterhand tegen en geef hem een hand, mijn voormalige, rustige buurman naast mijn vroegere atelier nadat Stef Markant, die dag in dag uit de naargeestige depro droefsnoet toeter muziek van Ben Webster (Jazz, man, Jazz!!!) op orkaankracht speelde, was onlangs overleden en nu zijn atelier heeft over genomen.
Stef liet me eens zijn verzameling ouderwetse espresso apparaten zien die allemaal defect waren. Het ging om het idee toen ik hem vroeg waarom hij ze dan bewaarde. 
Hij verkeerde in de veronderstelling dat het een prima belegging was!
 Straks zouden ze er om vechten!
Hij is strontlazerus van een balkon ergens in Bretagne met zijn kop rechtstandig naar beneden gestort op een hard granitene stoep in uiterste wanhoop dat hij het schilderij dat alle schilderijen overbodig zou maken niet kon maken. Net iets te hoog gegrepen!
Stef ging er groots op dat Ben Webster in zijn armen was gestorven en maakte nog eens een keer matschudding dat agenten van het buro Warmoesstraat met luchtdrukpistolen schoten op zijn door de contraprestatie aangekochte namaak Karel Appel abstracte schilderijen. 
Verstandige lui die agenten!

De joviale olieman die me tien jaar geleden wekelijks olie leverde voor de kachel begroet me har telijk in de hal van het ateliergebouw en we praten over de vele voordelen van wonen op het plat teland. Hij zegt dat ik de enige kunstenaar in het gebouw was die hem nooit heeft opgelicht.
We drinken koffie in het atelier van Hans Duivelmans en na afloop gaan we de stad in, naar de Bijen korf, kopen een paraplu in de Hema en drentelen rond bij boekhandel de Slegte.
Lopen Jules Vossekop en Marion Vossekop tegen het lijf, die net uit Israël zijn terug gekeerd waar Jules een kudde schapen beheerde, maar hem smeerde toen hij een oproep kreeg voor het Isra ëlische leger.
We besluiten met zijn vieren een espressobar op te zoeken, om de tijd te doden. Tegen drie uur is de tijd eindelijk gedood en zakken we af naar de Artigalerie om verder door te zakken. Dirk en Ma rijke komen ook net binnen en de begroeting is hartelijk, zoals altijd.
Ik zeg: ”Ik dacht dat jullie er een beetje de pest in hadden van dat drukwerk dat ik jullie stuurde met dat anti-kruisraket stempel. Ik wist niet dat jullie voor kernbewapening waren!”
Het blijkt een vergissing. Hyacinth, die ik al weer acht jaar niet gezien heb, komt binnen met haar echt vriend Jean Myosotis, die bij A.H. werkt en op de kleintjes let.
Internist Ron en mijn zuster komen ook nog op de opening van de tentoonstelling en even later Grad van Beest en Hans Duivelmans, die dankzij overmatig drank misbruik vervelend wordt en zoals ge woonlijk de aandacht poogt te trekken met naargeestige, gefrustreerde opmerkingen. Ik negeer hem. Na afloop van de opening gaan we om de hoek bij Arti zitten. Ik zit naast Hyacinth. Jan Dooye weerd stelt voor naar een pianobar te gaan van Cab Colloway.
Jean, jazzkenner bij uitstek, zegt dat het klotemuziek is. Ik vrees het ergste. No talking bar staat waar schuwend aangegeven maar ik negeer het spreekverbod en Hyacinth lult als vanouds toch wel iedereen altijd de oren van het hoofd, dus het maakt allemaal niets uit.
Haar verhaal gaat uren lang uit sluitend over haar zelf en haar “artistieke gevoelens”, de “Jet Set” van Haarlem, de onbenullige pop artiesten die ze via Artone Haarlem wel eens in de studio heeft gezien en waar ze als leeghoofd bij wil horen. We worden wel verschillende malen dringend om stilte verzocht door de eigenaar van het etablissement opdat het muzikale behang de ongeïnspi reerde pianopingelmuziek niet verstoord wordt. Hoe anders was de sfeer van een jazzlokaliteit in het inspirerende gezelschap van de toen onveranderlijk in het existentialisties zwart geklede, lang harige, hoogbenige Alice Kneuterdom in de mid zestigerjaren in de befaamde Shehezerazade Jazz club bij de klaterende, indringende bopmuziek van pianist Piet Kuiters, die aan de drugs raakte. In 1985 ging ik naar een optreden van hem in Arti maar hij was uitgeblust. Er zaten vijf man in de zaal. Exit Piet Kuiters!
Na een uurtje gaan we naar een andere bar, de Engelse reed, een bruin café. Ik loop vriendschap pelijk gearmd met Hyacinth, die ik altijd als een zusje heb gezien en ze babbelt honderduit. We heb ben elkaar ook al zo lang niet gezien, dus “even bijpraten” zal uren kosten.
Jan Dooyeweerd, die zoals bekend in en om de Haarlemse dreven de grootste vrouwengek van het westelijk halfrond is, pakt Bernardina plotseling zonder enige aanleiding met zijn rechterhand bij haar hals en laat niet meer los alsof hij een pitbull is. Hij denkt als ambtenaar dorknoper zeker dat kunstenaars voor alles in zijn, om dat ik gezellig met Hyacinth gearmd loop.Hij weet niet dat ik jaren geleden bij haar ouders bijna da gelijks over huis kwam en dat Hyacinth een soort tweede zusje voor me is.

Zondag 3 nov. 1985

We staan om drie minuten voor acht op, kleden ons aan en gaan de auto halen uit de parkeer ga rage. We rijden naar de Artigalerie en bellen daar Pieternel en Tjibbe Dobbelstra in Garijp op dat we er aan komen.Om half een ‘s middags staan we voor de deur van de witte boerderij aan de Wester ein te Garijp. Ik ben nog lichtelijk beschonken door de alcoholiese versnaperingen van de vorige dag en avond.

Dinsdag 5 nov. 1985

Ik zit weer in de Artigalerie bij mijn tentoonstelling op te passen. Een ouder echtpaar komt binnen en vindt mijn schilderijen prettig om naar te kijken. Een sjaggerijnig ogende vetzak komt zonder te groet en binnen in wie ik operettezanger-drankorgel Sjaan Pool Engelsman herken, die niet kan schrijven en al helemaal niet kan schilderen. Hij loopt zwaar stampend, puffend en hijgend onder zijn overgewicht en vooral gewichtig doend met open gulp de galerie rond. Na twee minuten ver trekt hij zonder te groeten. Dochter van Martine van Doornick (Wat hoorn ik? De houten kut van Martine van Doornick!)komt binnen en praat heel aardig en sympathiek over mijn schilderijen, in tegenstelling tot haar moeder,die me eens belachelijk maakte aan de bar van Arti. Om zes uur sluit ik de galerie af en loop Arti binnen om er te gaan eten. Grad van Beest komt aan mijn tafel zitten en vertelt dat, na een zeer goede verkoop van een groot schilderij van zijn hand, hij zoveel geld had dat hij maanden lang in New York had kunnen blijven, die favoriete stad bij uitstek in zwang bij van hoofdstedelijke gesubsidieerde contra prestatie uitvreters en artistieke subsidie trekkers. Hun uitkering inclusief de reis- en werkbeurzen, waar ik door gebrek aan relaties, nooit voor in aan merking zal komen is ruimschoots voldoende om een loft in Soho te huren voor onbepaalde tijd en elke avond de hoer op te gaan. Join the Aidsclub, folks!
Grad is weken lang in New York geweest met een volgens zijn zeggen 22-jarige, bloedgeile, mooie, maar flink geschifte gravin, die hij uit Eylders of uit Reynders heeft geplukt en zich voornamelijk liet pakken door rijke heren, onverschillig wie.
Ze ontpopte zich als een chronische alcoholika waar geen land mee te bezeilen bleek. De eerste avond in New York liet ze zich al neuken door een kontinu grijnzende neger-bodybuilder, die in de lobby achter de balie stond als nachtportier.
Ze bleef de hele nacht weg en verontschuldigde zich de volgende ochtend met: ”Ik heb alleen maar de hele nacht zitten praten! Mag dat dan ook niet meer tegenwoordig? Alleen maar praten, dat mag toch wel? Hij is de enige ter wereld die me begrijpt, anders was ik toch niet bij hem gebleven. Jij be grijpt mij niet! Niemand begrijpt mij! Ik heb alleen maar zitten praten!”
Grad had kwaad terug gezegd: ”Ik wist niet dat jij tegenwoordig met je kut kon praten, vuile hoer.”
En toen is zij weer verschrikkelijk kwaad geworden en begon op hem in te slaan met een gevouwen krant. De hele eerste week alleen al kostte hem meer dan vijfduizend gulden de man en toen hij haar in zijn machteloze haat en nijd twee keer uit bed had geduwd was de romance helemaal over en wou ze niets meer.
Grad vertelde verder, dat hij besloten had om eindelijk van zijn ziekelijk sadomasochistische fanta sieën af te komen. Ik zei dat ik dat niet zo verstandig vond, want hij had eindelijk iets dat hem in teressanter maakte dan de dulle doorsnee kontraprestatieschilder. Sadomasochisme was een hot item in Amsterdam in de tachtiger jaren. Hij dacht dat zijn sadistiese fantasieën in hem wortel had den geschoten om dat hij tussen zijn vijftiende en twintigste geen normale sex met meisjes had be leefd en zich jaren lang uitsluitend had zitten aftrekken bij plaatjes van aan d’r lui d’r achterpoten omgekeerd opgehangen onderdanige, naakte, vastgebonden, gefolterde vrouwen uit SM boekjes.
Ik zei:”Maar Grad toch! Dat is toch ook erg opwindend! Waarom zou je daar nou van af willen ko men? Je doet er niemand schade mee! En die teven die je opscharrelt in de keilenwinkel vinden het lekker, dus wat let je ome ens stevig te keer te gaan met ze.
Die spannende wereld van koudmetalen verchroomde tepelklemmen, hoe harder je er aan trekt des te vaster bijten ze zich in de tepels, leren cockringen om het geslachtsdeel op spanning te houden , vibrators, buttpluggen en dildos in alle soorten en maten! Wie wil dat nou opgeven? Zou je niet eens naar een psychologiater gaan, die kan je weer op het rechte SM pad brengen?”
Ik besloot er verder niet op in te gaan en vroeg: ”Waarom leg je het eigenlijk niet bij met Epie Trut tinga? Of je sleept haar bij haar tepels naar de keuken, misschien is dat wat zij wil.”
“Misschien doe ik dat nog wel! Ik weet het ook langzamerhand niet meer!” zei hij timide. We spra ken verder over de lithos van Delaunay die hij in bezit had en waar ik zo mijn twijfels over had of het geen falsificaties waren. Ik kende Grad langzamerhand zo’n beetje, die was mij een beetje al te bevrioend met de onderwereld uit de Amsterdamse kunstsien. Half twee in de nacht loop ik enigs zins beschonken naar het Leidseplein en neem een taxi die me naar de tweede Nassaustraat 8 brengt.

Woensdag 6 nov. 1985

De 27 Din film haal ik uit mijn Minolta Motordrive en vervang de film door een XP-1 om fotos van de tentoonstelling te maken. Bij V&D koop ik een tiental met linnen beplakte schilderspanelen. In de Leidsestraat Bruna winkel koop ik “Shakespeare never did this”van Charles Bukowski. Daarna ga ik maar weer naar de galerie waar ik toch eigenlijk voor niets zit te wachten op klanten die maar niet komen.
Twee modieuze homosexuelen komen met veel lawaai de galerie binnen. Ze lijken onder invloed van speed en maken aan de lopende band afkrakende op- en aanmerkingen over mijn schilderijen. Ik ver zoek ze hun opmerkingen voor zich te houden. Ze gaan door met hun geklets.
”En nu eruit!”schreeuw ik en pak een volle wijnfles als wapen. Ze deinzen achteruit en zeggen:”We gaan al! We gaan al! Rieleks, man, rieleks,man! Het is hier een openbare ruimte, man en we mogen zeggen wat we willen, man! Dan moet je maar niet zulke shit tentoonstellen, man!”
Buiten blijven ze even staan voor de etalage, wijzen naar mijn schilderijen en maken het internationaal bekende obscene gebaar van de opgestoken middelvinger.
Ik loop naar buiten en zeg: ”Wat moeten jullie nou eigenlijk?”
Het antwoord is: ”Waarom ben je toch zo boos?”
Ik zeg verachtelijk: ”Sodemieter toch op stelletje klootzakken!”
MaryAnn belt op dat ze het schilderij van de knikkers koopt. Ik feliciteer haar met de aankoop. Marty komt binnen. Hij stond erbij en keek er naar toen ik de twee lastige klantjes weg werkte.
“Ze waren gedrogeerd,” zegt hij.
“Hoe zie je dat?” vraag ik.
“Ze keken heel vreemd uit hun ogen.”
“Dat was mij ook al opgevallen.”
Een heer van middelbare leftijd komt de galerie binnen en vraagt wie de kunstenaar is die al dit schoons heeft gewrocht.”
Fred van der Wal,” antwoord ik.
Op vragende toon herhaalt hij:”Fred van der Wal? Fred van der Wal? Daar heb ik nog nooit van gehoord! Is het zeker dat de kunstenaarwel  Fred van der Wal heet? Ik vind het meer een naam voor een visboer!”
“Fred van der Wal dus,” herhaal ik.
“Aha, Fred van der Wal,dus,” zegt hij voor de tweede keer.
”Issut wel een Nederlander, want van niet Nederlanders koop ik namelijk geen kunst!”
“Hij is sinds zijn geboorte een Nederlander!”
“Maar is hij wel een geboren Amsterdammer, want van niet geboren Amsterdammers koop ik al helemaal geen kunst! Ik heb niets met provinciale kunst! Ik verzamel alleen top kunst! Amster damse top kunst!"
“Hij is niet geboren in Amsterdam, maar kwam vanaf zijn eerste levensjaar naar Amsterdam!”
“Daar heb je het al! Dat dacht ik al aan het werk te zien! Dat straalt er van af! Provinciaal!”
“Hoezo?”
“Nou, het gaat helemaal niet over Amsterdam, dus is het provinciaal!”
Ik haalde mijn schouders op.
“Het is zeker nog een heel jonge vent?”vraagt hij.
“Euhh…even natellen. Precies 43, net geworden, 30 okt. 1985.”
“Dus niet bepaald een jonge vent,” konkludeert hij tevreden. Voegt er aan toe;”Ik koop eigenlijk alleen van jonge kunstenaars die veelbelovend zijn. Niet van schilders van de zoveelste garnituur die eigenlijk al op hun retour zijn! Boven de 35 is het een verloren zaak!”
“En ze moeten in Amsterdam geboren zijn,” voeg ik er aan toe.
“Het is wel een vent die zich nog erg jong moet voelen, dat kun je aan dat soort schilderijen wel zien. Zo’n jonge, ietwat jolige sfeer straalt er toch wel vanaf. Niet echt volwassen. Ik koop eigenlijk nooit van die vrolijke schilderijen. Ik zie meer in Francis Bacon, alleen is die zo duur tegenwoordig! Zes miljoen gulden voor een schilderij! Ik zou dat wel kunnen betalen als ik dat wilde, maar ik wil niet! Ik betaal niet meer dan duizend gulden voor een schilderij, dat is mijn principe en dan wil ik ook nog korting. Waar is die Fred van der Wal geboren?
“Renkum!”
“Nooit van gehoord. Waar ligt dat eigenlijk?”
“Veluwe. Op loopafstand van de Rijn.”
“Als ik die schilderijen bekijk zijn het typisch Veluwezoom schilderijen. Ik koop liever stads schilde rijen, die hebben meer te vertellen.”

Ik geef het verder maar op en lees verder in het ochtendblad. De Volkskrant. Even later vertrekt de bezoeker.
Er komt een aankomende kollega binnen die het een en ander over de gebruikte technieken wil we ten. Door is een van de weinige Arti collegas die mijn tentoonstelling bezoekt. Ik kan goed met haar praten. Een illustrator maakt een praatje. Hij vindt de prijzen niet al te hoog. Voor het geld dat ik voor een schilderij vraag maakt hij nog niet eens een illustratie. Stijntje, echtgenote van copywriter Fred Portegies Zwart komt vrolijk binnen.
”Tijd niet gezien,” zeg ik want het is al weer minstens acht jaar geleden dat we voor het laatst bij haar en Fred waren. We praten wat over schilderen, tentoonstellen en ze nodigt me uit bij haar en Fred thuis te komen eten. Ik ben het wel van plan maar er zal niets van komen. We hebben het nog even over de boeken van Bukowski die zij beiden erg goed vinden.Jan Dooyeweerd zit op Arti met mooie Anne-Marietje Bontebal, een slank,zwartharig meisje, lerares gymnastiek eerste graad en we hebben een leuk gesprek over beleggen, rendementen,koersen en obligaties. De kleine combo van Frits Müller speelt vervelende, verwelkte evergreens. Sijkmuziek dus. Ballroom klotemuziek voor middelbare heren en dames. AnneMarietje vraagt me ten dans maar ik moet bekennen dat ik niet kan dansen. Real men do’t dance, zei John Wayne!
Tot grote hilariteit van de aanwezigen parodieert Muller een blues, maar zo slecht, zo oubollig en aanstellerig dat het een beschamende vertoning is. Marietje biedt me aan in haar woning te overnacht en, ze wil me bij voorbaat al de sleutel geven, maar ik wimpel het voorstel af, hoe leuk ik haar ook vind. Janna van Maneschijn komt nog even aan onze tafel zitten. Ze ziet er goed uit.Om half elf bel ik Bernardna en neem daarna lijn tien naar het ateliergebouw.

Donderdag 7 nov. 1985

Ik hoor in de gang van het ateliergebouw stemmen.Als ik de deur open doe zie ik Godefroot Smallen burg en Hans Koekenbier.
Godefroot is net terug uit New York op kosten van een reisbeurs om har horizon te verbreden en sleept immense takkenbossen de gang door. Ik kijk ver baasd.
”Moderne kunst,” zegt Hans spottend.
”Van moderne kunst begrijp ik gelukkig helemaal niets,”val ik hem bij. Godefroot lacht opgewekt. Ze steekt van wal. Haar kunst heeft mondelinge toelichting nodig.
”Het is de laatste internationale trend en ik ben een trendhopper. Ik ga al die takkenbossen volgen de week bij de contraprestatie inleveren, krijg ik zeker veertigduizend gulden per stuk voor als ik er een neonbuis in stop. In New York zijn alle moderne kunstenaars bezig met takkenbossen waar neonbuizen in zitten. Op Madison Avenue is het de trend van het ogenblik, daar ga ik beroemd mee worden. Volgend jaar heb ik een flat in Londen en in Nice en zit jij nog in Friesland te kutbikken van je wijf! Ik word beroemd! Zeker weten!” zegt ze lachend.
Ik zeg terug: ”Dan ben je dus net te laat om er nog beroemd mee te worden, want morgen is die mode van takkenbossen ook weer over! Je moet nooit achter de mode aan lopen want dan ben je altijd te laat,” geef ik haar als raad mee die ze wel in de wind zal slaan.
Ik bezit niet de gave bij voorbaat een collegaatje te overtuigen. Ik ben blij dat ik met moderne kunst, die geest van destruktie nooit iets te maken had. Ik loop het ateliergebouw uit en neem lijn tien. Ik koop “Ask the dust” van John Fante, het grote voorbeeld van Bukowski, in een boekhandel op het Koningsplein.

Niet veel later zit ik weer in de galerie aan het Spui.
Een appel etende heer (een mieterig persoon) komt kluivend en smakkend de galerie binnen, buigt zich over een tekening van mij van een voetbal in het gras en zegt dat alle mensen die zo tekenen vroeg of laat in het gekkenhuis komen.
”U bent een echte expert! Heeft U soms zelf ervaring met gekkenhuizen, want ik vind dit echt een opmerking voor een gek of tekent U zelf?” vraag ik sarkasties.
“Het probleem is dat ik uw werk niet echt mooi kan vinden, weet U. Die Nieuwe Wilden, dat is echt mooi geschilderd, dat is de kunst van nu, maar dit heeft niets met de geest van de tijd te maken. Hier gaat toch helemaal geen kracht van uit, weet U. Ingeteerd realisme. Mislukte, op hol geslagen fantasie. De realiteit, meneer, daar gaat het om! geen persoonlijke opvattingen. 
Ik mis bij U vooral het vitalisme, de universele zeggingskracht en het grote gebaar van de werkelijk getalenteerden die het onzichtbare zichtbaar en het zichtbare onzichtbaar willen maken in hun greep naar de sterren aan het wazige firmament van het kunstbestel.”
“Dat is dan erg spijtig voor U.”
“Meer voor U,” zegt hij tegen mij.
“Mooi weertje buiten?” probeer ik om hem zo snel mogelijk weg te krijgen.
“…maar ik vind U werk dan wel kunstig, hoor, maar niet bepaald kunst met een grote ka.. Kunstig, dat is de beste omschrijving van Uw poging tot, die helaas niet bepaald geslaagd valt te noemen…”
“ Dat is dan mooi meegenomen.”
“Daar is wat mij betreft dan ook alles mee gezegd. Ik voorspel U geen grote toekomst,”besluit hij zijn oordeel.
De laatste tv film die ik zag, een horror movie, ging over een menstruerende tennisbal die door het aanwenden van magical mystery mind power van de tennisspelers bloed spuwde op het juiste mo ment. Op sommige momenten wilde ik in de galerie dat ik zo’n tennisbal bij de hand had om bepaal de klant en mee weg te jagen.

Vrijdag 8 nov. 1985

Het regent uit een loodgrijze hemel. Twee homovrienden komen binnen en zeggen in koor dat ze die strandschilderijen toch zo vreselijk kil vinden. Gewoon niet om aan de muur te hebben!
“En toch was het een hele warme augustusmiddag toen ik de dias voor de schilderijen nam in Zand voort,” probeer ik.
”Oooohhh…nee, hoor! Ik geloof er helemaal niets van!”zegt de ene jongeman met flikkerachtig ge speelde verbazing.
Hij vervolgt met: ”Ik begrijp het al. Van dias schilderen dat kan sowieso niks worden. Dat is zo ouderwets! Nee, hoor, daar zakt me broek nog van af! 
En me broek zakt toch nog al eens af de laatste tijd, hè, Eugène, als jij in de buurt bent! 
Makkelijk voor bij het zak lopen, hihihi! ”
Eugène zegt niets terug.
Hij vraagt aan zijn donker gekleurd vriendje: “En wat vind jij er nou allemaal van, Eugène?”
“Ik ben het toch altijd met jou eens, schat!” zegt Eugène.
Ik ga er verder niet op in, daar er meer bezoekers in de galerie zijn. Twee oudere dames wijzen naar een schilderij van Bouwes Boulevard en zeggen: ”Nou, nee, zeg, dat schilderij vind ik nou hele maal niet leuk! Ik vin het echt helemaal niks! Dat is toch echt geen kunst!”
Een would be artiest in het verplichte spijkerpakblauw komt kauwgomkauwend binnen en begint met de binnenkomer: ”Lullige schilderijtjes in lullige lijstjes in een lullig galerietje van een lullig ga lerie houdertje!”
“Dat valt wel mee,” zeg ik korzelig.
”Nee, hoor, die meneer heb puur gelijk,”vallen de twee oude besjes hem bij die Bouwes Boulevard niet leuk vonden. Het blauwe spijkerpak praat binnensmonds. Ik zeg dat ik hem niet kan verstaan.
“Bejje soms doof, klootzak?”vraagt hij.
“Je spreekt volkomen overstaanbaar,” zeg ik.
“Da’s me op de akademie nog nooit gezegd!”
“Eens moet de eerste keer zijn, boy!”zeg ik.
“Het is zeker allemaal met van die goedkope kut acrylverf geschilderd?” vraagt hij.
“Olieverf,” zeg ik kortaf.
“Als ik het acryl vind dan is het ook acryl. Ik heb niet voor niks vijf jaar op de akademie gezeten!”
“Dat zou je anders niet bepaald zeggen!”
“Wat er bepaald wordt bepaal ik zelf met mijn eigen bepaalde paal!”poogt hij geestig te zijn.
“Je doet maar!” antwoord ik.
Hij herhaalt:”Ik heb Rijksakademie gehad, dus ik weet tenminste wat ik zeg!”
“Dat is dan geen aanbeveling!”
“Jongen, wat lul je nou. Ik heb op de akademie les gehad van Jacob Kunstbloem en die is getrouwd met een dochter van Jan Sluitsteen. Een betere leermeester is er niet! Die stemt partij van de ar beid!”
“Talent verkrijgt men niet door een huwelijk of door het stemmen op een politieke partij.”
“Nee, jij zeker niet,” zegt hij glimlachend.
“Jij wel soms?” vraag ik hem op spottende toon.
“Laten we het over mij maar niet hebben,” zegt hij op sombere toon. Ik besluit het daar bij te hou den.
Die avond om acht uur, het is guur, regenachtig weer loop ik langs de donkere grachten naar snack bar De Zon, hoek Singel Leclerqstraat. Zeventien en een half jaar geleden heb ik daar van mijn eer ste BKR aankoop na maandenlang honger geleden te hebben een voor mijn doen in die tijd over vloedige maaltijd genoten. Een Wiener Schnitzel, gebakken aardappels, appelmoes en ananas met slagroom voor toe, bier en koffie. De smaak van de vrijheid en voor de eerst keer financiële onaf hankelijkheid. Ik ben dan (mei 1968) na afloop behoorlijk misselijk, omdat ik heel lang niet meer gewend was behoorlijk te eten.
Nu, zoveel jaren later bestel ik er een peppersteak met sla, doperwten en frites, maar het smaakt niet half zo goed als het toen smaakte. Het is er ongezellig, ik ben de enige klant en sinds het vroeger er naast gelegen kantoor van de Amsterdamse gemeentegiro er niet meer is maakt de eens zo bruisende tent een verlopen indruk. Om half negen neem ik lijn tien richting Nassaustraat en drink in het kleine kamertje in alle eenzaamheid een halve fles Corbière leeg. Ik ga deze keer vroeg slapen.

Zaterdag 9 nov. 1985

Bij het bakkertje in de tweede Nassaustraat koop ik een paar stokbroden en bij de sigarenwinkel en een krant. Ik loop naar het centrum en neem dias van Galerie Mokum, Arti, de atheneum boek handel. Petra staat achter de kassa.  Om tien uur open ik de galerie en Henk Pietersen komt binnen met een mooi negerinnetje dat uitsluitend Engels spreekt. Even later komt de eigenaar van sport kledingzaak The Champs binnen en vraagt of ik een zeefdruk van american football in zijn etalage wil hangen.Ik spreek af binnen kort langs te komen.

Dinsdag 12 nov. 1985

Bernardina Berezina en Nans Appelboom in de Arti galerie. We drinken een glas wijn. De schuchtere kunst schilder John Posthoorn, een vriendje van een vage bekende, komt kennis maken. Ik noteer zijn adres. Om zes uur sluit ik de galerie en lopen we Arti et Amicitiae binnen. Grad van Beest staat in een modieus wit pak te biljarten. We bespreken met hem de tentoonstelling van de mogelijk val se Sonia Delaunay lithos, die Grad waarschijnlijk via een bekende kunstvervalser heeft verworven. Om half zeven loopt Antoine Sofa van Gallery Spartel binnen.Ik laat hem mijn collectie sportschilde rijen zien. Hij is niet erg enthousiast, vindt de formaten “veel te klein” en een prijs van vierhonderd gulden per stuk voor mijn schilderijen veel te hoog. Hij dacht meer aan prijzen rond de honderd gul den. En daarover ben ik weer niet zo enthousiast, want hij vraagt vijftig procent bemiddelings kost en , zodat de opbrengst niet eens de materiaalkosten zou dekken. Ik vertel hem dat ik drie weken tot een maand over een schilderij doe. Hij voert als argument aan dat ik volledig onbekend ben en de klant niets te maken heeft met de tijd die ik aan een schilderij besteed, dat mijn werk tot over maat van ramp geen enkele artistieke uitstraling heeft en dat iedereen die hij in de Amsterdamse sien vindt dat ik een kunstenaar ben met “te weinig starallures”.
Zonder veel moeite kan hij de grootste levende internationale sportschilders uit heel Nederland en Amerika krijgen, zegt hij. Ik raad hem aan dat hij dan maar met” de grootste internationale sport schilders uit Amerika en Nederland” in zee moet gaan en dat ik hierbij liever van een verdere kon nektie afzie. Een kwartier later rijd ik met hem mee naar zijn galerie aan de Utrechtsetraat. De zeefdruk die hij maanden tevoren in consignatie nam en die hij verkocht heeft, rekent hij niet met mij af. Ik moet nog altijd honderd gulden van hem krijgen. We zeggen geen van beiden iets gedurende de rit.Nog even later zijn we met zijn auto onder weg naar Graham Vogelfluit, die in ons voormalige huis aan het Galileïplantsoen woont in de Watergraafsmeer. Ik drink een paar glazen wijn en bier en luisteren daarna naar zijn platenkollektie boogie-woogie en blues, o.a. Jimmy Yan cey, Pine Top Smith, Meade Lux Lewis, Son House, de Flyin’Burrito Bros., J.Geilsband, Eric Burdon en Joe Cocker. Om half twee neem ik een taxi naar de tweede Nassaustraat 8. De altoos initiatiefloze G. biedt me als griffermeerde boerenlul niet aan me even met zijn auto te brengen.

Woensdag 13 nov. 1985

Een joviaal groetende jongeman komt de galerie binnen,wijst naar de strandschilderijen en zegt vra gend: ”Zandvoort?”
Ik knik bevestigend. Hij kijkt aandachtig rond,loopt naar de deur, draait zich half om , wuift koket en zegt heel nichterig: ”Dáááág.(Amsterdam hihahomostad waar ze zich staan af te rukken op platbodems in de grachten).”
Ik sluit even de galerie om naar het toilet van Arti te gaan, mijn natuurlijke heterosexuele walging tegen relnichterig gedrag er uit te pissen. Ik heb net mijn zipper omlaag geritst of er komen twee kennelijk beschonken dolkomische homosexuelen de toiletruimte binnen. Een Snip en Snap con ference begint. Ze beginnen te lallen:”W-w-wij zijn de grootste griebelgrabbelende grafiese ont werpers van de grootste, geilste grafiese piemelpisbakken van heel Arti. Joehoejodelahietie!”
Als ik niet reageer stoot een van hen mij onder het pissen aan en zegt: ”Deze b-b-boy met die heerlijke dijen naast mij is de godvergeten ontwerper van menig godvergeten pisbak in Amsterdam, jonge tje, weet jij dat wel met je lekkere lulletje? Ken ik jou niet van die pisbak aan het Bilderdijkplantsoen waar ook zo’n soort kunstenaar woont, dat donkere Bennebroekse spring apie met die lekkere billen?
Pas maar op dat de homos dat lekkere lulletje niet zien, anders gaan die er mee aan de haal! Je moet toch zo uitkijken tegenwoordig in donker Amsterdam!”
Ik zeg nog niets terug tegen die vieze flikkers en negeer ze.
”T-t-toch is het zo of je het gelooft of niet,” probeert hij nog een keer.
”Het zal wel,”zeg ik kortaf terug. Ze vallen elkaar lacherig in de armen met hun natte lul nog uit de ran zige gulpen vanwege het vermeende succes. Ik loop de sociëteitsruimte in en hang de natte sleutel van het toilet op een haakje naast de deur. Als ik weer terug ben in de galerie komt de bejaarde kunstschil der Tonnie Buytenboord mij komplimenten maken met mijn tentoonstelling.Een lang gesprek over beeldende kunst heb ik met consulent Jac. Van Rossum. Heer Haartsema van het voorzieningsfonds komt langs. We praten over Galerie Bettini die tegenwoordig de deuren van de galerie gesloten moet houden vanwege de overlast van het drugsschorum. Ik praat me hem over een heel ander Amsterdam dat ik vanaf mijn kleutertijd kende en dat voor goed verleden tijd is. De Zandvoortse tram met de houten banken , die in de volksmond de bijnaam “De groene kikker”droeg en er twee uur over deed om Zandvoort te bereiken, over het stoomtrammetje naar Amstelveen,over de aanleg van de Vondel brug, vlak na de oorlog en waar ik vaak naar toe wandelde met mijn grootvader,omdat we vlak bij het Vondelpark in het gegoede Amsterdam-zuid woonden, achter het Concertgebouw. Om half zeven eet ik eenzaam maar niet alleen in de sociëteit een biefstuk, sla, frites en drink een paar Leffes, wil net weg aan als de sociëteit binnen komt Grad van Beest met Eppo, het zoontje van zijn ex-vriendin Elke. We praten over huizenbezit, geld beleggen, over de beroepswerkeloze onderwijzer Ottokar “kinnebak” Stapel,die zich volgens Grad steeds meer ontpopt als een meedogenloze geldwolf, over de raadsel achtige dood van de Amsterdamse galeriehoudster Dieuwke Bakker, over haar niet erg kundige opvolger de eigenwijze ex-stewardess Joop Biotoop die beslist mijn schilderijen niet meer in galerie Mokum wil tentoon stellen omdat,volgens zijn visie “je er niet aan af kan zien dat het Nederlands realisme is.”
Waarschijnlijk wil hij alleen doeken van molentjes, de Nederlandse vlag, koeien en boerinnen op klompen. Ik zeg dat ik vlak voor Joops overlijden aan aids nog een kopje thee bij hem in de galerie heb gedronken en dat ik hoop dat hij in het piepkleine keukentje in de galerie niet per ongeluk zijn veneriese lul in mijn kopje heeft gehangen om het om te roeren, alvorens het mij met een suikerzoete glimlach te serveren, want dat zou nog eens een flikkerstreek zijn! De kunstkritiek in Het Parool op de tentoonstelling van de zogenaamde Mokumrealisten in New York is vernietigend geweest. Ze hoeven niet meer terug te komen.
De New Yorkse “beroemde galerie” bleek een heel klein achterafpandje te zijn dat alleen op telefo nische aanvraag geopend was, de aanwezige Mokum kunstenaars spraken geen woord Engels en ge droegen zich als echte plattelandsjongens (Hank Duvelsjas, Wout Molenwieck, Klaartje Broekema en Wout van Stroom) volkomen onthand. Contraprestatiekunstenaar Teun Steun haalde begin zeventiger jaren een op het Waterlooplein gekochte linquaphone cursus Engels op 78 toeren platen in huis,omdat hij dacht beroemd te worden in Amerika en de taal niet kende dankzij zijn gebrekkige opleiding.Hij beweerde altijd in de zestiger jaren dat hij binnen tien jaar wereldberoemd zou zijn en een groot kasteel in Frankrijk zou bewonen. Grad van Beest wist” heel zeker” dat hij voor zijn dertigste miljo nair zou zijn.
Ik dronk die avond op Arti met Grad, bijna twintig jaar later nog steeds geen miljonair, maar dapper van de kunstenaarsbijstand trekkend, grote glazen schuimend bier, luisterde naar het gebabbel van Eppo (hij kletst al net zoveel als zijn moeder,verzuchtte de meestal zwijgzame Grad).We besluiten een potje scrabble te aan spelen.De door en door getrainde scrabbelaar Grad wint van mij ruimschoots op punten. Eppo, die door zijn moeder naar een alternatieve, anthroposofische school was gestuurd, tegenover het christelijke Schröderinstituut, dat Bernardina en ik haar hadden aangeraden, spelde in de zesde klas eb met een p en vloed met een t op het einde en het woord kut met dt. Lang leve de antro posofische halve zolen! Grad slaagt er steeds in drie keer de dubbele woordwaarde te scoren en dat telt aan, dus ik verlies. Het kan me niet veel schelen, van Bernardina verlies ik ook met scrabble, maar niet met dammen of schaken. Hans Hoefblad komt binnen, de ex-snackbarhouder, die eens de deur van het huis aan de Nieuwe Spiegelstraat 48 waar ik toen woonde, aan splinters reed met een voor hem veel te grote zesdehands Cadillac waarvan de remmen niet werkten en hij mij een knaak bood voor de gele den schade, waar ik niet mee akkoord ging en de komst van de politie liever afwachtte. Teun Steun was toevallig bij mij op bezoek. Ik zie hoe Hans Hoefblad Eppo op een bezorgde wijze de eerste beginselen die avond van het biljarten bij tracht te brengen. Hans lijkt minder onsympatiek dan een paar jaar geleden toen hij met iedere schilder op Arti ruzie maakte.
Grad eet een partij mosselen slobberend op en ik poog mijn weerzin te onderdrukken.Een dronken schilder, Fecco, klaagt over haaruitval, naar goed Nederlands voorbeeld uit “De Avonden” en hij zegt dat ik nog genoeg haar op mijn hoofd heb. We lachen wat af om die gekke eikel van een Fecco, die in Leeuwarden gaat tentoonstellen bij volgens hem een kutgalerie die Pleewal heet en vraagt of daar ook mensen wonen of alleen varkens. Fecco prijst de sportieve kuif van Grad en om elf uur gaan we naar het huis van Grad, verder doorzakken. Ik vraag of zijn vriendin Elke Bisschopswijn, die in l976 een ruzie met mij uitlokte op Arti waar Ottokar Stapel, Ribes Stapel, Grad, Bernardina bij aanwezig wa ren, nog steeds onduidelijke rancunes tegen mij koestert, anders ga ik liever door naar het atelier gebouw. Grad zegt dat Elke in die dingen heel gemakkelijk is en dat het komt doordat ze in parijs een abortus had laten verrichten als jong meisje. Ik geloof hem maar half. Zijn gerestaureerde etage ziet er erg goed en ruim uit en ligt op een riant punt,vlak achter het Leidseplein.
”Als jij het net zo zakelijk had aangepakt als ik, zou je nu ook zo wonen en hoefde je niet in Friesland bij die boeren in een isolement te zitten,”zegt hij.
Ik zeg niets terug en denk aan de honderdduizenden guldens subsidies en contraprestatie, die ik ge makkelijk ten onrechte had kunnen innen als ik mij als een volleerde oplichter op een tweede adres in Amsterdam had ingeschreven. We drinken nog meer bier, drie exotische katten komen voorzichtig met me kennis maken. Ze spelen met een blauw rubber balletje. Het is een rommeltje in huis, maar dat stoort mij niet. Grad kon niet meer tegen de rotzooi van Elke die ze nooit opruimde en is een etage lager gaan wonen waar hij er in is geslaagd en nog grotere, ongeorganiseerde asociale bende om zich heen te scheppen.Hij vertelt dat Ottokar en Ribes vier panden hebben gekocht aan de grachten en dat beroepsvrek Ottokar uren lang fietst als er op een adres eeen krop sla vier centen goedkoper te halen valt dan bij hem in de buurt.

Donderdag 14 nov. 1985

Om kwart over zes komt Lila stralend Arti binnen lopen alsof ze er kind aan huis is.Ze is tamelijk ar moedig gekleed. Vroeger was dat wel anders. We drinken wat. Ze vertelt honderduit over haar huwelijksleven met haar ex-man en haar bisexuele avonturen met rondborstige dames.
”Eén keer ben ik met een bepaalde vrouw naar bed geweest en dat was heel opwindend, dat ik niet anders meer wilde, maar ik geef nu ik met jou hier zit toch de voorkeur aan mannen, want die hebben een lul en vrouwen niet!” zegt ze volkomen onverwacht.
“Dat is mij ook opgevallen!” bevestig ik haar standpunt.
”Hoe ging dat dan met jou en die vrouw?” vraag ik nieuwsgierig, want ik heb zoiets nog nooit als eenvoudige kunstenaar bij de hand gehad.
”Joos lag in bed met een vriendin, dat was heel normaal bij ons, daar keek ik echt niet van op, hoor, dat kwam zo vaak voor. Ik bracht ze vaak koffie op bed om bij te komen en dan praatten we wat bij. Het heeft me nooit veel kunnen schelen als Jodocus een ander neukte. Hij wilde een tijd geleden plotseling heel vaak naar de hoeren. Ga dan naar de hoeren, zei ik, maar lul er niet zo veel over. Het lijkt wel alsof je eigenlijk niet wilt, anders zou je er niet zoveel over lullen. Doe het of doe het niet, man! Je hebt geld genoeg om tien keer op een dag naar de hoeren te gaan. Ga als je zo nodig moet! Mij maakt het al lang niks meer uit! Ik ben op je uit geneukt! Toen hij terug kwam was ik best wel nieuwsgierig en ik vroeg: hoe was het nou bij die hoeren? Hij kwam met zo’n raar verhaal dat ik dacht:is het wel waar wat hij allemaal vertelt of zit ie werw at slap te lullen? Volgens hem kwam hij bij een hoer op het Oude Kerksplein binnen en die zei gelijk tegen hem: “Stop ‘m d’r in! Je hoeft ‘m niet eerst af te w assen! Ik ben zo bloedgeil!”
Ik vraag nieuwsgierig:”Wat moest hij er in stoppen?”
Lila vroeg hem dat ook. Hij zei: ”Een kaars!”
Ik vroeg of Joos altijd voor dat doel kaarsen in zijn binnenzak had om zijn licht op te steken bij het Amsterdamse hoerenbestand. Ik geloofde er eigenlijk namelijk niets van.
”Nee, die heeft hij niet in zijn binnenzak. Hij heeft een kleine diplomatenkoffer, het lijkt heel officieel voor zijn werk als psycholoog, die neemt hij overal mee naar toe, maar daar zit niets in dat een di plomaat nodig heeft, maar wel vol met tepelklemmen, zweepjes, riemen en kettingen, jarretelles, slipjes, bustehouders, rubber slipje smet ingebouwd dildo in de maten Small, Medium en Large, watervaste dubbele dildos en vibrators en een grote, roze fopkut uit Taiwan.”
"Beter me verlegen, dan om verlegen" zeg ik. Hij was dus goed voorzien, begreep ik.
”Ik heb nog nooit gehoord dat een hoer opgewonden wordt van haar klanten. Het is routine business voor haar en ze hebben geen enkele achting voor hun klanten,” voeg ik er aan toe.
Dat dacht Lila dus ook. Ze komen trouwens bijna nooit klaar, wist ze met stelligheid.
”Dat heb ik ook altijd gelezen,”gaf ik toe.
”In ieder geval moest Jodocus met die kaars te keer gaan in dat mens en haar een paar verchroom de, zware Amerikaanse tepelklemmen met loden visgewichten aan zetten en daar weer een loodzware schakelketting aan hangen en dan moest hij die hele ijzerwinkel er langzaam af trekken. Haar tepels waren wel zes centimter lang. Ze kwam toen echt krijsend klaar. Hij vindt dat nu eenmaal leuk zulke buitenschoolse SM aktiviteiten.”
Ik zei haar dat iedereen dat leuk vindt.
”Zóóóó, ben jij er ook al zo eentje? Vuile schoft! Had ik het niet gedacht! Ik heb jou altijd al een echt SM type gevonden! ”riep ze verrast uit.”
“Wat had jij dan gedacht? Dat ik een recht op en neer droogneuker was die alleen Vanillesex ge noot?" vraag ik.
"Alle mannen zijn hetzelfde. Allemaal schoften. Ze willen maar één ding! Zo snel mogelijk er in, 
drie keer pomepen, vier keer Ho-ho-ho roepen als ze op klaar komen staan en dan er uit! Terug naar moeder de vrouw! En waar blijf ik?" vraagt ze verongelijkt.
"Als iemand dat moet weten, ben jij het wel!”zeg ik haar.”
“ Jij hebt niks met sex.  Volgens mij bak jij er niks van in, bed. Het staat op je voorhoofd geschre ven! Lila heeft een prima oog voor mannen die super kunnen neuken en daar hoor jij niet bij! Ik zie dat aan je neus. Grote neus van boven, grote neus van onderen en hoe groter de ballen hoe geiler een man is!” zei ze.
”Heb je daar een derde oog voor soms?” vraag ik.
”Jahaha, als je het mystiek wil zien. Of het is gewoon instinct. Iedere man stinkt er tot nu toe bij mij in. Het lijkt wel alof ik honing in mijn doos heb zitten! Ik trek nu eenmaal altijd een beetje verknipte, beschadigde, zielige mannen uit de goot aan die met echtelijke problemen of zwaar in de financiële moeilijkheden zitten, aan de drugs of aan de drank en die problemen wil ik dan voor ze oplossen met een hele stoet aan hulpverleners. Heel vaak loopt het allemaal verkeerd af. Verschillende mannen hebben na afloop wel een zelfmoordpoging gedaan.
"Dan heb je zeker en zelfmoorddoos?" vraag ik.
"Wat beodel je daar nou weer mee? Ik heb helemaal geen zelfmoorddoos! Hoe kom je er bij?"
"Hoe liepen die zelfmoordpogingen af? Voorspoedig?"
Meestal mislukte dat, omdat het van die stuntels waren, maar bij een jongen is het laatst nog ge lukt ook. Er was helemaal niets aan de hand. Het ging lekker tussen ons, vooral in bed. Voor de rest niet. Hij voerde niks uit en wilde ook niets. Voor de rest gaat het eigenlijk nooit goed. Ik maakte steeds ruzie met hem omdat hij de hele dag op de bank bleef hangen. Ik ging even een uurtje weg, boodschappen doen na die laatste ruzie, zes flesjes Grolsch gehaald en een flink stuk rooie Libanon op de Zeedijk om het weer bij te leggen, dus de dag kon voor mij niet meer stuk, kom ik met een prima humeur thuis en ja hoor, daar hing meneer doodleuk te bengelen met zijn strot aan een stuk van mijn nieuwe waslijn in het trapportaal! Nou, die waslijn kon ik gelijk ook niet meer gebruiken, want dat doe je niet als normaal mens! Een beetje piëteit met de doden waar je zo lang mee ge neukt hebt is toch wel wenselijk! Ik heb ook mijn principes!”
Ik vraag haar wat ze toen deed.
”Nou, niks toen, want er was geen toen meer voor die jongen, die had zijn toen al gehad, die zijn toekomst was voor goed verleden tijd. Het had allemaal toch niet direkt haast, hij was al morsdood, paarse kop, uitpuilende ogen, tong uit zijn bek, dus ik ben eerst een stick gaan roken om bij te komen, dat had jij toch ook gedaan in mijn geval? Of niet soms? Als jouw vrouw aan de hanebalken hangt dan sta je toch ook raar te kijken? Het vreemde was dat hij daar hing met een stijve lul. Waarvoor dat nou nodig was! Ik vond het een beetje beledigend voor mij, die elfde vinger, die richtingaanwijzer uitgestoken, alsof die stijve lul in mijn richting wees, zo van: het is allemaal jouw schuld, dat ik hier hang en van mijn stijve lul zal niemand meer profijt hebben! Zo’n pretje lijkt het me niet om je bij je strot op te hangen. En hij had zijn broek onder gepist en gescheten, dat rook je op meters afstand. Ze laten altijd alles lopen die zelfmoordkandidaten! En wie kan het weer opruimen? Lila! het is altijd hetzelfde liedje! Ik heb om rustig te blijven nog en stick opgestoken en twee Valiumpjes er over heen gegooid. Daarna heb ik gewoon de politie gebeld. Ik was heel kalm. Kalmer dan ooit.
Ze kwamen met een grote kartonnen doos, sneden hem los en kieperden hem zo in die doos. Ze maakten er nog geintjes over! Zo van, die hangjas hangt daar lekker, had je geen knaapje voor hem? Ik heb nog steeds een foto van hem!”
Ze laat me een foto zien van een niet zo vrolijk ogende jongen met lang haar. Ik weet niet wat ik er op moet zeggen.
”Ik heb je in de Nieuwe Spiegelstraat nog een keer gezien met een grote man met een zwarte baard en een kapiteinspet. Hij was minstens een kop groter dan jij,” zeg ik om de gespreksstof even in een andere, vrolijker richting te krijgen, maar het blijkt tevergeefs. Het volgende drama komt er al weer aan. Ze denkt even na en roept dan verrast uit: ”Ik heb er zoveel gehad! Oooh, die, nou die was hele maal gestoord, die was pas echt goed gek, die was kompleet gestoord. Daar kon ik trouwens bijna niet meer van af komen, dat kun je soms zo hebben als ze goed op je inge sneden raken, dan willen ze maar blijven kleffen, dan komen ze niet meer gemakkelijk van je los en ik ben nu eenmaal op dat gebied een expert. Wat dat betreft zijn die kerels net bijen rond de ho ningpot. Die raken helemaal verslingerd aan mijn gleuf. Mijn honingpotje met een teveel aan ho ning!! Volgens mij heb ik de heetste, natste perzik van heel Europa, dat is toch mooi mee genomen als ze op je liggen glijen! Ze floepen er moeiteloos in. Ik hoor wel eens verhalen dat ze verschrikke lijk moeten liggen douwen als een meid te droog is in haar derde oksel. Nou, dan hoef je toch niet meer? Mijn perzik mag er tenminste wezen! Alive and well in perzikenland!”
Die natte perzik had zij dan al sinds haar vroege tienerjaren stevig tussen haar ontuchtige dijen geklemd, dacht ik, maar zei het wijselijk niet.
”Heb je Bubbelgumm nog wel eens gezien?”vraagt ze.
Ik was met Bernardina naar zijn trouw receptie geweest, maar daarna hadden we nooit meer iets van hem gehoord. Hij wilde zijn vroegere kennissen niet meer kennen sinds hij in het onderwijs zat. Hij schaamde zich voor zijn leraarsbaan aan een Heem steedse eliteschool.
”Weet je nog dat hij in zo’n rare Indiase witte jurk met een kralenketting als student Nederlands rond liep? Hij kwam wekelijks bij mij langs om een pijp hasj te roken als Ina naar een cursus was.Hij kwam altijd met die ongebakken, slappe vissenkop Arie Finkensieper, die Simon Vinkenoog adept. Hij begon al gauw net zo slap dat maffe hippietaaltje na te lullen van Simon, die akela van dat groepje mafketeliaanse stuffkikkers. Arie is nou helemaal hooked en jat poëziebundels bij de Athe neum boekhandel. Ze laten hem maar zijn gang gaan omdat hij een gevoelige dichter is en die mo gen zoveel jatten als ze willen. De zaak is toch een coöperatie, de verliezen worden hoofdelijk om geslagen.
Ik herinnerde Bubbelgumm en Arie nog goed uit 1969. Ze kwamen regelmatig langs om over kunst en literatuur te praten. Na afloop van de rooksessies zette ik altijd de ramen wijd open om de hasj dampen te laten vervliegen. Bernardina had een hekel aan hasjrokers. Ik eigenlijk ook, maar je moest als kunst schilder per slot van rekening ergens bij horen.
Lila gaat weer verder met haar verhaal over die vrouw waar ze mee had liggen vrijen, die ochtend.
”Wil je het nou nog horen van die vrouw of niet?” vraagt ze ongeduldig.
”Vertel maar,” zeg ik nieuwsgierig.
”Ik zette de puddingbroodjes en de slappe koffie neer op bed en toen zei Jodocus; doe nou niet zo lullig, kom nou ook in bed anders vat je nog kou op je borsten en dan zijn we verder van huis. Een triootje is toch nooit weg!”
“En toen,” vroeg ik, want het verhaal begon net spannend te worden.
”Ik ging gewoon naast haar liggen, kauwde op een bruin puntbroodje; daarna een roombroodje om in de stemming te komen, een chocoladebroodje en dronk een kopje koffie met een Kwantrootje om nog een beetje meer in een sentimental mood te komen. Als ik eenmaal een Kwantrootje op heb ben ik niet meer te houwen, dan laat ik een kerel alle hoeken van de slaapkamer zien. Ik word vand ei drank altijd bloedgeil!”
"Dat heb ik nou met Trappist Dubbel! Zeker door mijn Vlaamse roots!" Ik vraag of ik nog iets te drinken zal bestellen en hoe het verder ging.
”Nou heel gewoon. Eerst een tijd flink zoenen, van die diepe tongzoenen, dan komt de rest vanzelf wel. Zoals het altijd overal gaat. Er is niets nieuws onder de zon. En daarna een beetje voelen over al. Tieten, billen, buik, oksels, schouders, rug en daarna op weg naar de Venus delta. Een vrouw is veel zachter dan een man, weet je. Ik vond het eigenlijk wel heel erg lekker. Ik wist niet dat het zo fijn was. Het was echt de ontdekking van de hemel. Al gauw werd het echt menes. Het was niet bepaald een spelletje meer. Zeker niet als je over een bepaald punt heen komt, dan is er echt geen weg terug meer. Ze zat al heel snel onder mijn nachtpon aan mijn tieten te rommelen, mijn tepels te kneden en in mijn slipje te vingeren, net zoals die kerels altijd doen, dus wat dat betreft was er al helemaal geen verschil. Wat had die meid een grote tieten! Dubbel d-cup, op zijn minst en dan die grote tepels van haar. Ze fascineerden me! Ik houd van tepels. Tepels hebben zo veel te zeg gen als je er echt op in gaat! Wie een tepel goed doet, goed ontmoet, zeg ik maar altijd! Ik heb er op liggen zuigen als een uitgehongerde baby. Verder gingen al gauw de slipjes uit en de rest kun je wel raden.”
Ik zeg haar dat ik niet zo goed in kruiswoordpuzzles ben.
”Jahahaha, met het woord kruis had het in elk geval wel heel veel te maken, maar met puzzelen be paald niet. Lila is voor niemand een puzzle!,” zegt ze lachend.
”Wist je trouwens dat ik nog een abortus heb laten doen als gevolg van een avondje met een Haagse Post redakteur? Die linkse jongens zijn echte prijsneukers, die doen de hele dag niets an ders! Rechste ballen kunnen niet neuken! Het heeft iets met creativiteit te maken en dat is links!”
Ik wist dat natuurlijk niet, want ik was de abortusarts niet en ook niet de desbetreffende journalist. Even later rekende ik af en daarna gingen we naar een café in de voormalige gevangenis aan het kleine Gartmanplantsoen. Om half twee loop ik nog even met haar mee naar huis om haar niet aan mogelijk gevaar van bronstige passanten bloot te stellen. Ik neem uit voorzorg zeer afstandelijk en koeltjes af scheid bij de deur.Ze biedt aan dat ik kan overnachten. Ze wordt kwaad. Ze is er niet aan gewend om te worden afgewezen. Ik sla de uitnodiging tot twee keer toe zeer resoluut af, leen haar wrakke fiets zonder deugdelijke verlichting en trap naar de Nassaustraat.

Zondag 17 nov. 1985

Op bezoek bij zeefdrukker Henk Pietersen die al snel met de appelkonjak op tafel komt. Zonlicht valt door de hoge ramen over de tafel. Hij schenkt royaal twee waterglazen tot de rand toe vol. Een tiepies kunstenaarsformaat. Ik had al wat blikjes Grolsch op, dus het kon vanaf nu alleen nog maar erger worden.
”Jij leest als intellektuweel zijnde nog wel eens een boek. Natuurlijk ook door Magda, die altijd met haar neus in de boeken zit en dat straalt op jou af!” zeg ik en vervolg met:”Maar heb jij wel eens wat van Bukowski gelezen?”
“Hou d’r over op,” zei Henk en trok een vies gezicht ;”een paar weken geleden nog, maar ik kan van die gozer een boek echt niet achter elkaar aan een stuk door uitlezen, weet je.”
Ik wist van niets en vroeg verbaasd:”Waarom niet?”
“Nou, ik hoor de hele dag in de drukkerij moeilijke verhalen van moeilijke mensen waarbij nooit iets gemakkelijk gaat, altijd zitten ze te kankeren en te kloten of ze hebben stront met hun wijf of met de ambtenarij, nooit loopt er bij die artiesten iets echt helemaal jofel, altijd zitten z e in de gallemiese en de merode, altijd zit d’r’wel een haar in hun soep of voelen ze zich miskend of ze komen met onvoor stelbaare moeilijke drukproblemen die ik niet kan oplossen, maar waarvan zij bij hoog en laag vol houden dat het toch moet kunnen, alhoewel ze d’r geen moer verstand van hebben of ze hebben voor de zoveelste keer weer eens geen poen om hun rekening aan mij te kunnen betalen en komt het vol gende week met sint juttemis wel en dan wil ik in mijn schaarse vrije tijd, weet je wel, niet te veel problemen en gesijk van anderen aan mijn kop hebben, weet je wel. Ik word gewoon goed ziek van die verhalen van Bukowski! Echt ziek!”
“Dan moet je Vrouwen van Bukowski eens lezen, dat is veel minder cru. Ik heb het net uit. Achter elkaar uitgelezen en nu is Bernardina het ook aan het lezen.”
“Geef mijn portie maar aan fikkie! Wil je ook een stukje taart? Het is zondag Freddie. De dag des Heren, Freddie…als er één dag geschikt is voor taart dan is het vandaag,”zei Henk.
“Goed Henk. Een stukje taart, Henk. Ik kan je er niet mee laten zitten, Henk! Anders word je niet alleen ziek van Bukowski, maar ook nog van die taart!”
“Je hebt gelijk, Freddie!”
“En noem me geen Freddie, Henkie, anders ga ik onmiddellijk uit Bukowski citeren, Henkie! En dan word je pas echt goed ziek, Henkie! Kijken wat je wijf daar van vindt!”

Dit bericht werd geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink .

38 reacties op FRED VAN DER WAL: TAKKENBOSSENKUNST VAN EEN TAKKENKUNSTENARES

  1. Literatuuro zegt:

    mooi tijdsdocument! gaat het in privédomein uitgegeven worden?

  2. fredvanderwal zegt:

    @Literatuuro
    Dit moet:
    a. Een grapje zijn
    b. Een persoonsverwisseling
    c. Een onderschatting van Privé domein
    d. Een overschatting van mijn bijdrage
    In elk geval is Uw kwalifikatie prijzens waardig en ego strelend ware het niet de
    duidelijk aanwezige ironische ondertoon

  3. Isa belle zegt:

    Aanbeffeling!!!
    I am also a Bukowski fan waar het rauwe en de schreeuw om het liefdevolle zich subliem in elkaar vermengt….

  4. Voor mijn lieveling Goethe-achtige woorden zegt:

    Daar mijn zielsoproerselen zeer divers zijn is het ook heerlijk om mn liefde in woorden te verpakken die k van Goethe stal….hiermee kom ik in de diepte van een Napolitaanse opera en sluit de inhoud nauw aan bij de schoonheid mijner innerlijk….If I may say so; )))))
    p.s.
    het was discipline….telkens lopen de letters verder van me weg…

  5. fredvanderwal zegt:

    Isa Bella Donna Dynamica Mobile Di Dynamite
    Laat ik ni net twee minuten thuis zijn na op de skoeter een Brocante in Donzy te hebben bezocht waar Nederlandse en Franse kennissen werden ontmoet en zeldzaam, zeldzaam een oudere Fransman die Nederlands had gestudeerd en het min of meer verstaanbaar sprak; verder prachtig zomerweer.
    Enne Isa Bella; ik ga gauw even uwer bijdragen weer aanbeffelen, want voor wat hoort wat!

  6. misja zegt:

    er wordt wat aan en afgebefd in blogland!

  7. fredvanderwal zegt:

    De ware aanbefferd is een bofferd, de aange befte een bofkont (bef hond woef-woef?), want wat is er bevredigender in het leven dan dat?
    Beffen of aanbeffen; that’s the question! En zo gingen zij voort, door klepperend met de bek vol befsel tot over de horizon op zoek naar de pot!
    De pot? Welke pot?
    De pot met goud!

  8. misja zegt:

    epie truttinga….lig blauw hier!!
    blij dat ik er niet mee wordt bedoelt

  9. misja zegt:

    je bedachte pseudoniemen zijn echt geweldig…van de meesten weet ik hoe ze irl heten,dat maakt het nog hilarischer

  10. fredvanderwal zegt:

    Ik gebruik die fake namen vooral om geen ge sijk te krijgen met de betrokkenen of met de internet hoofd redactie en ben een stuk voorzichtiger geworden in het Leven. Sinds donderdag hijs ik een prima cognac op die uit de erfenis is gekomen van jeweetwel, Opa Nurks.Reactie is geredigeerd

  11. misja zegt:

    yeah….I know….nou,lekker,laat het je smaken,en vooral niet te zuinig met dat spul!!!

  12. fredvanderwal zegt:

    Bij elke slok konjakkes van Opa Nurks onder de kurks prevel ik: "Dank U Opa Nurks, Dank U!" En dan sta ik op en maak een buiging!

  13. fredvanderwal zegt:

    Ik heb net nog een pseudoniem gevonden Karel en Madelon Knikmops voor een oliestelletje uit Heerenveen

  14. good knight zegt:

    …laat die belle er maar inlope, dan ben je zo bezope…

  15. fredvanderwal zegt:

    Zeg Good Night
    Bejje zelf een beetje bezope, dat kejje hier niet verkope, heb je het een beetje gesnope? En verder afgedrope!

  16. good knight zegt:

    …ksalt in mun ore knope…

  17. fredvanderwal zegt:

    Nou daar ken ik niks voor kope!

  18. good knight zegt:

    …ik wilde met jou klinken en een belle meedrinken…

  19. fredvanderwal zegt:

    Dan zal ik dat eerst even met Belle moeten overleggen!

  20. misja zegt:

    pardon…er wordt hier niet met volkomen vreemden de cognac van opa gedeeld…

  21. Isa Belle zegt:

    Zo is dat!
    Prachtige wereld burger dochter heb je lieveBeest!!!; )))))
    En dan vooral niet met anonieme reageerders die intrigantje blijven spelen…die douw ik graag in een emmer ijswater!

  22. good knight zegt:

    …pardon ,jehebtut misja, ik drink hier grappa…

  23. Isa Belle zegt:

    Is goodknight Dunya?
    Die mij twee keer STALKERIG belde via mn mobiel??
    Een of ander oud gesjeesd mormel met een doorrookte alcoholica stem van jewelste??
    Ben jij dat Marion?(zo noemde je jezelf)
    En weet je wat nu grappig is?
    Straks lig je ook nog in de boekenwinkel a la intriganten verhaal in verse bundel.
    Bof jij effe, goodknight!

  24. Isa Belle zegt:

    P.s Chance your name in to Badknight….dat strookt meer met je lullemieten mispogum karakter….

  25. good knight zegt:

    …Doenja…
    …Marion is toch de geliefde van Robin Hood…
    …Nobody…

  26. fredvanderwal zegt:

    Een whodunnit verhaal is er niks bij, ik heb trouwens ook steeds vermoed dat Good Night Dunya is, dus Isa Belle en ik zitten weer eens op één lijn!

  27. Isa Belle zegt:

    Ja, t is een vreemd verschijnsel die dunya…overal op het blog zie je haar mee discussieren…gewoon in een normale en soms best scherpe toon…alleen bij ons neemt ze een andere houding aan…opvallend hoor!!
    WAAROM OPEN JE GEEN BLOG BADNIGHT?…IS BINNEN TWEE MINUTEN GEPIEPT!!

  28. good knight zegt:

    …pardon ik wilde enkel un toast uitbrengen…
    …en word hier belachelijk gemaakt…
    …zit er soms azijn in die fles van jullie…

  29. fredvanderwal zegt:

    …en als een Bad Night niet lukt dan maar een Bed Night

  30. fredvanderwal zegt:

    Mieszja,
    Nee, hoor, Opa wordt niet met vreemden gedeeld, daar was die ouwe autistische rukker helemaal niet geschikt voor en de rest van die familie Truus Mafketel uit Haarlem, Leiderdorp en Den Haag ook niet

  31. misja zegt:

    op zich jammer dat ie dood is,want je brengt me op een idee,hadden we m eventueel nog kunnen slijten aan die mafketel van hierboven,in principe een goede combi,een autist en een stalker!

  32. fredvanderwal zegt:

    Volgens mijn wassie aseksjuweel en heeft ie het behalve één keer om opoe met jong te schoppen nooit verder gedaan, dat mocht niet van de Paus en die lul van een Simonis

  33. misja zegt:

    dat zou goed kunnen ja…en simonis de geldwolf die al zijn ziektekosten liet betalen door opa,die zo duizenden euroos lichter werd…..is dat geen item voor "opgelicht"?

  34. fredvanderwal zegt:

    Daar durft "Opgelicht" niet aan te beginnen en Opaatje liet zich te pakken nemen zodra er gedreigd werd met hel en verdoemenis door die Papen, hij schokte tienduizenden euros per jaar aan roomse doelen om een betere plaats in de RK hemel te kopen. Zo denken de roomsen nu eenmaal.

  35. good knight zegt:

    …tjonge jonge wat zijn jullie een stelletje zielige ketters zeg…

  36. fredvanderwal zegt:

    Op bovenstaande, niet ter zake doende reactie kunnen wij helaas niet ingaan. U dient beter be slagen ten ijs te komen!Reactie is geredigeerd

  37. fredvanderwal zegt:

    De takkebossenkunstenares die mijn atelier in Am sterdam onderhuurde bleek anderhalf jaar geen huur te hebben betaald aan Grondbedrijf Amster dam dus er kwam een rekening van een paar duizend gulden onverwacht bij mij binnen. Ze hield weken lang vakantie in New York op kosten van de belas tingbetaler om haar horizon te verbreden (dus vakantie te houden) en "dat kostte haar nu een maal een paar centen".
    "En waar blijven mijn centen?" vroeg ik haar. Ze wilde "eventueel wel betalen" als ze weer eens een "meevallertje" (artiestensteun) had binnen gehaald.
    Ik zette haar voor het blok door voor te stellen onmiddellijk het atelier op te zeggen en dan stond ze op straat of ze betaalde de achter stal lige huur. Een week later betaalde ze de huur. Een andere zwaar bebaarde, stijl griffermeerde artistieke Amsterdamse steuntrekker die jammerend bij me langs kwam of hij "alsjeblieft, alsje blieft" mijn atelier mocht onderhuren, betaalde drie jaar geen huur. Ik dreigde met een advocaat en uitzetting uit het atelier. Hij betaalde uit eindelijk maar vond dat hij " eigenlijk geen huur hoefde te betalen omdat ik in een groot huis woonde".
    Als ik een griffermeerde een hand geef tel ik na afloop altijd even mijn kloten na!Reactie is geredigeerd

  38. fredvanderwal zegt:

    De uut Brabant afkomstige lepe takkenboskunstena res kwam bij het tekenen van het huurkontrakt op Arti et Amicitiae binnen zeilen met strak opge bonden tietjes, een brede glimlach, goed in de verf gezette, geile kop, toevallig was het Spring apie Dicky Molenwiek uut Bennebroek ook aanwezig, die likkebaardend in de richting van de takken kunstenares zat te loeren met zijn ene lodderoog op half zeven,daar was een keer bij het amateur bouwvakken met een plop een klodder witkalk inge komen toen hij met een spaan net iets al te en thousiast in de smurrie stond te roeren, toen droeg die knakker weken lang een groot verband om zijn kop met een klein kijkglaasje er in om nog wat licht op te vangen en moets klamerende tablet ten hebben om niet de hele dag te liggen grienen. Ik heb wat afgelachen toen als hij met die gemum mificeerde kop mijn richting uit keek! Het leek een aflevering van de "onzichtbare man" uit de vijftiger jaren wel die zich ook altijd in lappen moest wikkelen om zichtbaar te zijn voor de tv kijker.Reactie is geredigeerd

Plaats een reactie